maandag 19 december 2011

De geschiedenis van decoupage


Decoupage

Papier knipsels
Ongeveer 2000 jaar gelden is in China de kunst van het papier maken ontstaan. Papier werd als heilig beschouwd en het werd ook gebruikt bij religieuze ceremonies of op altaren, maar ook om een felicitatie mee over te brengen. Hierdoor leerden de Chinezen de vaardigheden om met papier ramen, lantaarns en kisten of dozen te decoreren. Dit deden ze met levendige en heldere kleuren.

In de 12e en 13e eeuw kwam papier naar Europa. Elk land produceerde op geheel eigen wijze etnische papier decoraties. Formele papieren of religieuze documenten werden voorzien van mooie versierde gesneden of geknipte randen. Ze gebruikten hiervoor meestal een ‘carnivet’ een mesje met een smalle steel, maar sommige dames gebruikten hun kleine borduurschaartje. Na de uitvinding van de Gutenbergpers (ong. 1450) ontstond er een nieuwe Europese industrie voor drukwerk. Dit heeft de opkomst van het opplakken van uitgesneden en uitgeknipte afbeeldingen versneld. Duitse, Oostenrijkse, Poolse en Scandinavische ambachtslieden gebruikten uitgeknipte afbeeldingen van dieren, bloemen en menselijke vormen. Traditionele Poolse ontwerpen waren erg bijzonder omdat ze werden uitgevoerd met fel gekleurd papier en goudkleurig papier en vaak ook eerst werden gevouwen.

‘The art of Japanning
Tijdens de 17e eeuw was Chinese en Japanse gelakt meubilair in Europa erg populair.
Japans lakwerk werd rond de 16de en 17de eeuw in gespecialiseerde ateliers gemaakt. Het Japans lakwerk maakte een belangrijk deel uit van de handel tussen Japan en Nederland door de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC).

De Japanse laklaag is opgebouwd uit vijf verschillende laklagen. Bij de Japanse methode werden de delen die niet meteen zichtbaar waren toch netjes afgewerkt, bij het Chinees lakken werden deze ruw en grof gelaten. Chinees lakwerk werd meestal toegepast op houten voorwerpen, die werden voorzien van een kenmerkende rode of zwarte laklaag. Decoratieschilders maakten de giftige lak uit het giftige sap, urushi, afkomstig van de Rhus-boom. (Lakwerk wordt nog steeds in zowel Japan als China gemaakt.)

Imitatielak in Europa
Dit gelakte Aziatische meubilair werd zo populair dat men niet kon voldoen aan de vraag om ze te importeren. In Europa wilde men met de decoupage techniek de met de hand aangebrachte laklaag op Chinese meubels imiteren om te voldoen aan de vraag naar de Aziatische meubelen. Venetiaanse meubelmakers begonnen namaak lakwerk te produceren, dit werd bekend als ’Lacche Veneziane’. Gravures die door de kunstenaar waren gemaakt, werden door de leerlingen met de hand ingekleurd. Daarna knipten ze een aantal afbeeldingen of verschillende oude documenten uit die goed bij de gravures pasten. Deze werden geplakt op meubilair en verschillende ‘objects d'art’ (kunstobjecten) om deze te decoreren. Tenslotte werden ze bedekt met vele lagen vernis. Deze techniek werd dus volledig met de hand gedaan, aangevuld met eenvoudig gereedschap. De scènes waren geïnspireerd op de werken van de Venetiaanse schilders. Deze wijze van decoreren benaderde de productie van het Oosterse werk uit China en Japan zeer dicht. De echte kunstenaars kregen hierdoor minder werk en noemden de techniek minachtend ‘Arte povera’ of l'arte del povero.’(arme man's kunst). In Italië was ook het bekend als ‘’ Lacca contraffatta’, of "valse lak". De kunst van decoupage op meubilair is dus in Venetië geboren in het begin van de 17e eeuw maar werd daarna pas aan het eind van de 17e eeuw populair over heel Europa. Dit was de aanleiding voor de echte ‘doorbraak’ van decoupage. De Engelsen noemden het in de 18e eeuw ook wel ‘The art of Japanning(een term die is afgeleid van de Aziatische laktechniek ). De Fransen noemden het ook wel ‘Art du decoupage’ of ‘marqueterie de Papier’ of ‘lacquer pauvre’ (lak van arme lui).


Printrooms
Met de hand geschilderd wanden, plafonds en meubilair door beroemde kunstenaars waren eeuwenlang populair onder de rijken. Tijdens de 17e eeuw werd decoupage een populair alternatief. De geknipte afbeeldingen werden zo gelijmd en gelakt om ze eruit te laten als de originele schilderijen.

In Engeland en Ierland ontstond in de 18e eeuw een zeer innovatieve trend in interieurdecoratie. De zogenaamde ‘printrooms’ oftewel plaatjes galerijen, werden versierd met gravures, sommige origineel en anderen waren reproducties. Gedurende de tweede helft van de 18e eeuw en tot in de 19e eeuw waren gravures de enige methode om schilderijen te reproduceren. Het ontwerp en de stijl werden gekozen al naar gelang de interesse van de eigenaar van het huis. Printrooms werden vaak ontworpen door professionals.

Scriban
De meubels, waaronder schrijftafels met Lacca Contraffatta uit Italie werden volop geïmporteerd naar Frankrijk. Doordat dit in de mode was, gingen de hofdames van Louis XVI (1754-1793) en Marie-Antoinette zelf ook mooie uitgesneden afbeeldingen op meubels plakken zoals schrijftafels, maar ook op muren en doosjes. Gravures van Rococo schilders zoals Boucher, Fragonard, Watteau of Pillement werden hiervoor vaak met de hand ingekleurd.

In de 18e eeuw werd de term L ’art de scriban’  of ‘arte povera scriban’ vaak gebruikt omdat deze techniek vaak werd toegepast op de ‘scriban’ de schrijftafel (oftewel secretaire). Nadat de onregelmatigheden van de ‘scriban’ werden gecorrigeerd, bedekten ze de ondergrond met een fijne canvas, voorzien van een coating. Ze knipten en plakten de gekleurde afbeeldingen daarna op het voorwerp, die eerst was geschilderd in een passende achtergrond kleur.

De ontwerpen werden soms omlijst met geschilderde Friezen (uitgebreide, narratieve voorstelling van mensen, mythologische figuren en/of dieren binnen een duidelijk kader) of bloemenranken of omlijstingen in de meest uiteenlopende vormen, waarvan de kleur met de kleur van het voorwerp zelf contrasteert. Alles werd bedekt met vijftien tot twintig lagen van een vernis om het decor te beschermen en de dikte van de gravures te verbergen. Hierdoor kreeg het de uitstraling van een geschilderd voorwerp. 
Scriban, Venetiaanse meubel in arte povera:



Potichomania/Potichomanie
Potichomania was een elegante kunstvorm die in het midden 19e eeuwse trend ontstond, maar gedurende meerdere jaren erg geliefd bleef. De naam is afgeleid van het Franse woord ‘Potiche’, oriëntaalse porseleinen pot of vaas en het woord ‘manie’/’mania’. Transparante glazen potten of vazen werden gedecoreerd met uitgeknipte of uitgesneden afbeeldingen aan de binnenkant van het glas. Daarna werd de achtergrond geverfd met olieverf.

Victoriaanse tijdperk
‘The art of Japanning’ werd een bijzonder populaire hobby onder Engelse edele dames in de 18e eeuw. Tijdens het Victoriaanse tijdperk* kreeg het knippen en met de hand inkleuren een meer sentimentele en bloemrijke stijl. Uitgeknipte bloemen en andere botanische motieven, vooral in de stijl van Mary Delany, werden aangebracht op meubilair, schermen, hoedendozen, lampenkappen en zelfs op... Valentijn kaarten. Het kenmerkte zich vaak door het volledig bedekken van voorwerpen met uitgeknipte of uitgesneden plaatjes. (*=Men noemt de regeringsperiode van de Engelse koningin Victoria (1837 tot 1901) het Victoriaans tijdperk. De term 'Victoriaans' wordt ook gebruikt voor een groot aantal voorwerpen, stijlen, modes en opvattingen die vooral in die tijd in Groot-Brittannië gangbaar waren.)

Mary Delany was een creatieve kunstenaar met ervaring in het tekenen en borduren, vooral geïnspireerd door bloemen en natuur. Pas op haar tweeënzeventigste begon ze met papierknippen, ze noemde dit ‘Paper Mosaics’ en produceerde er ruim 1700, waarvan 972 ‘Flora Delanica’. Omdat ze werd bewonderd door koning George III en koningin Charlotte zijn deze unieke collages bewaard gebleven en zijn o.a. te bewonderen in het British Museum in London.

Silhouetten
Door de Industriële Revolutie aan het eind van de 18e eeuw werden papier en scharen gemakkelijker verkrijgbaar. Een groep professionele kunstenaars, zoals Agustin Edouart, begonnen karikaturen uit te knippen (schaduwportretten). Men zegt dat deze ‘silhouettes’ waren vernoemd naar Etienne de Silhouette, de minister van financiën van Louis de XVe. Religieuze motieven werden gebruikt voor ‘rouwplaten’ de zogenaamde ‘Mementos’. Hiervoor gebruikte men een klein silhouet met daarbij bijvoorbeeld een plukje haar van de overledene om de herinnering aan hem of haar levend te houden.

Decoupage in de 20e en 21e eeuw
Pas in de 20e eeuw gebruikt men in Frankrijk het woord decoupage, afkomstig van het Franse woord decouper (uitgesneden). Franse decoupage was zeer verfijnd en leek op kantwerk. De decoupage met vlinders, bloemen, vogels, engeltjes en muziekinstrumenten paste goed bij het fantasievolle en sierlijke karakter van Frans meubilair.

Vele soorten kunsten en ambachten werden in de jaren zestig en vroege jaren zeventig weer populair. Bruikbare voorwerpen zoals dozen worden gedecoreerd, decoupage was weer "in".

Moderne kunstenaars begonnen ook collages (afkomstig van het Franse word ‘coller’, lijmen) te maken met foto’s in een aantal lagen ‘overlays’ om een abstract ontwerp te maken. Een collage is een assemblage een samenstelling van verschillende vormen om een nieuwe vorm te creëren, voornamelijk gebruikt in de beeldende kunst. Kunstvormen die visueel zijn, dus platte of ruimtelijke kunstwerken die je kunt zien, zoals keramiek, tekeningen, schilderijen, beeldhouwen en modern visuele kunst zoals fotografie, video, het maken van films en natuurlijk architectuur noemt men beeldende kunst. Sommige artiesten maakten stukken in de stijl van Andy Warhole met behulp van verpakkingen. Zowel Georges Braque als Pablo Picasso gebruikten deze methode in hun kunstwerken in het begin van de 20e eeuw, toen collage een belangrijk onderdeel werd in de moderne kunst.

Door de eeuwen heen zijn er vele beroemde beoefenaars geweest, bijvoorbeeld: Marie Antoinette, Madame de Pompadour (de maîtresse van Lodewijk XV), Pablo Picasso en Henri Matisse. "The Blue naakt II" van Matisse is gemaakt met decoupage.

Kunst of hobby
Decoupage wint de laatste jaren weer aan populariteit, in de jaren ’90 begon het in Nederland weer met het decoreren van een dakpan, vooral bedoeld om als huisnummeraanduiding te gebruiken. De laatste jaren gebruikt men deze technieken op allerlei gebruiksvoorwerpen, decoratieve voorwerpen en kleine meubelen. Uit stof of papier, speciaal decoupagepapier, afbeeldingen uit magazines, of de bovenste laag servetten worden de motieven geknipt. Meestal gebruikt men verdunde houtlijm, of behanglijm maar sinds 1967 bestaat er ook een speciale 2in1 lijm (lijm en lak in een). Men gebruikt niet alleen meer de klassieke motieven en patronen, maar kiest voor eigen composities en moderne prints.
Deze techniek wordt ook in de 21e eeuw door vele hobbyisten beoefend. Er zijn niet heel veel ‘bekende’ kunstenaars te vinden die momenteel deze techniek gebruiken in hun kunstwerken. Maar er zijn veel prachtige voorbeelden te vinden op het internet, zie bijvoorbeeld:


Hieronder staan enkele voorbeelden van voorwerpen die ik zelf met de decoupagetechniek heb bewerkt.


Bij het samenstellen van deze tekst zijn de volgende bronnen gebruikt:
Boek ‘Decoupage’ door Dee Davis, Thames & Hudson
Decoupage Bronnenboek, van Jocasta Innes & Stewart Walton

Bronnen/auteursrecht.
De bronnen die ik heb gebruikt, heb ik in de bronvermelding verwerkt. Mocht iemand menen ten onrechte niet te zijn vermeld of van mening is dat deze tekst niet op deze wijze gepubliceerd mag worden, stel ik het zeer op prijs als die persoon contact met mij opneemt. Dan zal ik direct dat gedeelte aanpassen of eventueel verwijderen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Dank voor je berichtje! Ik zal, indien gewenst, op korte termijn reageren.

Groetjes Brocantaria